De zanglijster

Als er één vogel is die zijn naam niet gestolen heeft dan is het de zanglijster.  Het mooie gevarieerde lied wordt van vroeg in het voorjaar voorgedragen van op een zangpost.  Dit gebeurt enerzijds om een pop te lokken, anderzijds bakent de vogel hiermee zijn territorium af.  Opvallend is dat het lied het felst klinkt zeer vroeg in de ochtend en bij het vallen van de duisternis.  Terloops, de zang van de man is het enige sexeverschil daar het gevederte van man en pop iedentiek zijn.  Het nest wordt alleen door de pop gebouwd. Merkwaardig genoeg, en dit in tegenstelling tot de meeste andere zangvogels gebruikt de zanglijster klei voor de binnenafwerking.  Waarom dit materiaal, dat nota bene na het drogen zeer hard is, gebruikt wordt blijft voor mij een raadsel.  Toch, wees er van overtuigd dat dit ongetwijfeld zijn reden heeft.  Meestal wordt het nest niet onmiddelijk gebruikt maar wordt er een vijftal dagen gewacht tot het volledig droog is.  

Het legsel bestaat uit vier tot vijf blauwgroene eieren.  Ook hier broedt de pop alleen en de broedtijd duurt dertien dagen.  De jonge zanglijster wordt voornamelijk gevoederd met de naaktslak hoewel ook de huisslak op het menu staat.  Bij de huisslak wordt uiteraard het harde slakkenhuis eerst verwijderd.  Dit gebeurt op een zogenaamde ''lijstersmidse''.  Verder wordt ook de regenworm en allerhande rupsen aan de juvelienen geaasd.  Hoewel jonge lijsters vaak geroofd worden door de Vlaamse gaai en de ekster houdt de populatie toch goed stand.


Als volièrevogel

Net als de merel heeft de zanglijster nood aan een ruime behuizing.  Een volière van 2 x 2 x 3 meter lijkt me aangewezen.  Weet ook dat hier de paarvorming niet altijd even vredelievend is.  Daarom is het beslaan van de zijkanten met dennetakken aan te raden.  De vogel die het onderspit delft kan zich hierin verstoppen.  In de handel zijn voor wat de voeding betreft diverse goede produkten voorhanden.  Ik denk hierbij ondermeer aan Orlux-korrels en paté en aan gedroogd Claus-insectenvoer.  Het verstrekken van dierlijke eiwitten in de vorm van regenwormen, meel- en buffalowormen, miereneieren enz. blijft een aanrader.  De zanglijster zal in de volière - net  als de merel overigens - makkelijk haar nest bouwen in een bloempot (doorsnede ongeveer 20 cm) die verscholen zit tussen enkele dennetakken, althans dit is mijn ervaring.  Als de nestmateriaal kunt u dunne twijgjes en graspollen aanbieden (hiervan eerst de aarde verwijderen).  Verder is het nodig om in een plastiekbak verteerde stalmest, turf, potgrond en klei te mengen.  U zal zien dat de pop hiermee de binnenkant van het nest zal bepleisteren nadat ze eerst ee, uitgebreid bad heeft genomen.  Al draaiend met de borst wordt alles netjes rond.  Ook hierin ziet u de kracht van de natuur, de wonderlijke instinctieve handeling tot nestbouw.

Als tentoonstellingsvogel

Wilt u met de zanglijster naar de tentoonstelling dan moet u ze met de hand grootbrengen.  Wilt u de lijster echt tam houden geef de vogel dan elke dag een paar wormen uit de hand.  Zorg ook elk dag voor vers badwater of besproei ze anders met lauw regenwater.  Zodoende blijft de bevedering glad.  Vaak voorkomende fouten zijn ondermeer beschadigde vleugel- en staartpennen.  Maar ook tekeningsfouten als een niet symmetrische stiptekening op borst en flanken komt regelmatig voor.  Heeft u eenmaal een goede lijster dan heeft u er voor veel jaren plezier aan.

De zanglijster en zijn mutaties

De bruine zanglijster

De eerste mutant was de bruine die een recessief geslachtsgebonden verervingswijze heeft tegenover de wildvorm.
In theorie geeft dit : 

bruin x bruin
 = 50 % bruine mannen;
 = 50 % bruine poppen.

wildkleur x bruin
 = 50 % wildkleur/bruine mannen; 
 = 50 % wildkleur popen.

bruin x wildkleur
 = 50 % wildkleur/bruine mannen;
 = 50 % bruine poppen.

wildkleur/bruin x wildkleur
 = 25 % wildkleur mannen;
 = 25 % wildkleur/bruine mannen;
 = 25 % wildkleur poppen;
 = 25 % bruine poppen.

wildkleur/bruin x bruin
 = 25 % wildkleur/bruine mannen;
 = 25 % bruine mannen;
 = 25 % wildkleur poppen;
 = 25 % bruine poppen.

De albino en de satinet zanglijster

Nog zeer recente parels in de mutatiekweek van Europese vogels zijn de albino en de satinet zanglijster.  Kweek-ervaring heeft uitgewezen dat deze mutaties net als de bruine recessief autosomaal vererven tegenover de wildvorm.  In bovenstaande paringen hoeft u dus enkel het woord bruin te vervangen door albino of satinet om de kweekuitkomsten te kunnen aflezen.
In theorie geeft dit voor de albino's :

albino x albino
 = 50 % albino mannen;
 = 50 % albino poppen.

wildkleur x albino
 = 50 % wildkleur/albino mannen;
 = 50 % wildkleur poppen.

albino x wildkleur
 = 50 % wildkleur/albino mannen;
 = 50 % albino poppen.

wildkleur/albino x wildkleur
 = 25 % wildkleur mannen;
 = 25 % wildkleur/albino mannen;
 = 25 % wildkleur poppen;
 = 25 % albino poppen.

wildkleur/albino x albino
 = 25 % wildkleur/albino mannen;
 = 25 % albino mannen;
 = 25 % wildkleur poppen;
 = 25 % albino poppen.

In theorie geeft dit voor de satinetten :

satinet x satinet
 = 50 % satinet mannen;
 = 50 % satinet poppen.

wildkleur x satinet
 = 50 % wildkleur/satinet mannen;
 = 50 % wildkleur poppen.

satinet x wildkleur
 = 50 % wildkleur/satinet mannen;
 = 50 % satinet poppen.

wildkleur/satinet x wildkleur
 = 25 % wildkleur mannen;
 = 25 % wildkleur/satinet mannen;
 = 25 % wildkleur poppen;
 = 25 % satinet poppen.

wildkleur/satinet x satinet
 = 25 % wildkleur/satinet mannen;
 = 25 % satinet mannen;
 = 25 % wildkleur poppen;
 = 25 % satinet poppen.